5 miljard extra naar zorg, vanwege hogere lonen, prijsstijgingen en weerbare zorg
In dit artikel:
Het demissionaire kabinet trekt in 2026 bijna 5 miljard euro extra uit voor de zorg, waardoor de begroting stijgt van 109,4 miljard in 2025 naar 114,1 miljard in 2026. De hogere uitgaven worden volgens het kabinet vooral veroorzaakt door loonstijgingen en algemene prijsontwikkeling.
Veel van de maatregelen sluiten aan op het recent getekende Aanvullend Zorg- en Welzijnsakkoord (AZWA) — ondertekend door vijftien partijen en ingangsdatum 2027 — waarvan onderdelen al in de begroting zijn verwerkt. Voor de voorbereidingen op uitvoering komt in 2026 alvast 125 miljoen beschikbaar.
Preventie blijft een speerpunt: structureel 70 miljoen voor medische preventie en 400 miljoen voor interventies op de grens tussen sociaal en medisch domein, bedoeld om hulpvragen zoveel mogelijk in de dagelijkse context op te lossen. Omdat het effect van preventie op toekomstige kosten nog onduidelijk is, werkt het kabinet aan een investeringsmodel met een uniforme waardering per QALY; een technische werkgroep noemde daarbij €50.000 als mogelijke maatstaf.
Om het zorgpersoneelstekort te dempen bevat het AZWA maatregelen die het tekort in 2028 met 100.000 personen moeten verminderen ten opzichte van een ongewijzigd scenario. Een beoogde arbeidsbesparing ter grootte van 40.000 fulltime-equivalenten moet onder meer bereikt worden door minder administratieve lasten en inzet van AI en andere technologieën.
Daarnaast wordt in 2026 250 miljoen ingezet voor ‘weerbare zorg’ — medische voorraden, capaciteit, IT, data, crisisbevoegdheden en civiel-militaire samenwerking — om de zorg continuïteit bij rampen, pandemieën en militaire dreiging te waarborgen. De middelen voor pandemische paraatheid worden volgens eerder gemaakte afspraken stapsgewijs afgebouwd tot nul in 2029.