'Alles komt goed'
In dit artikel:
De vertelster moet zich om 7.00 uur melden voor een operatie die om 8.00 uur gepland staat. Haar man biedt aan haar vroeg te wekken en de kinderen te helpen klaarmaken, maar zij kiest uit praktische en emotionele redenen liever voor een taxi — niet alleen omdat je voor de ingreep niet mag eten, make‑up dragen of lenzen en sieraden in mag hebben, maar ook omdat ze niet naar huis wil fietsen als ze daarna niet goed kan terugrijden. Ze sluipt alleen weg, draagt een rugzak met onder meer slaapspullen en een flesje spa, een gewoonte die ze van eerdere behandelingen heeft overgehouden.
In de taxi ontstaat even een open gesprek: de chauffeur denkt eerst dat ze naar het werk gaat, maar wanneer ze zegt dat het om het verwijderen van een verdachte lymfeklier gaat — omdat daar mogelijk uitgezaaide kanker is — schakelt hij serieus en biedt bemoediging en gebed aan. Zijn woorden geven haar troost. Op de afdeling trekt ze het operatiehemd, een mutsje en steunkousen aan en wacht de ingreep af.
De operatie blijkt voorspoedig: rond elf uur stuurt ze bericht dat alles goed is gegaan en aan het einde van de middag mag ze alweer naar huis. Thuis wil ze zo snel mogelijk doorgaan met alledaagse zaken, zoals het opruimen van de kledingkasten, een kleine maar betekenisvolle manier om terug te keren naar het normale leven.
Korte context: het weghalen van een lymfeklier is vaak een relatief kleine ingreep die wel belangrijke informatie geeft over de aanwezigheid van uitzaaiingen; hoewel de operatie op zich niet groot hoeft te zijn, kan de uitkomst veel consequenties hebben, waardoor ook een “kleine” ingreep emotioneel zwaar kan voelen.